Noordse woelmuis
Je zult maar een woelmuis zijn. Al direct na je geboorte ben je gedoemd om verorberd te worden. Hoewel je één tot anderhalf jaar oud kan worden, kom je waarschijnlijk niet veel verder dan een paar maanden en eindig je in de maag van een uil of een marter. Bejaagd door vele soorten roofdieren rest je niets anders dan je als een razende voort te planten.
Onder de familie woelmuizen vallen onder meer de rosse en de noordse woelmuis, de aardmuis en de veldmuis. Allemaal hebben ze een zachte langharige vacht, kleine oren, korte poten en een relatief korte staart. Het mannetje is iets groter dan het vrouwtje. De noordse woelmuis wordt in de volksmond ook rattekop, rottekop of zeemol genoemd. De soort leeft in hoge vegetaties met vooral grasachtige planten.
De noordse woelmuis is gevoelig voor concurrentie van andere woelmuizen. In gebieden waar andere woelmuizen voorkomen leeft de noordse woelmuis vaak in natte terreinen waar andere soorten niet tegen kunnen, zoals rietland, moeras, drassige hooilanden en terreinen die regelmatig overstromen. De Biesbosch is dan ook zijn ideale thuis. Doordat de noordse woelmuis geen watervrees heeft kan hij goed eilandjes bereiken, waar hij dan vaak als enige woelmuis voorkomt.
Meer over de campagne
Het is dit jaar precies 30 jaar geleden dat de Biesbosch de status nationaal park kreeg. Onder de noemer De Biesbosch, B&B vol leven, nodigt het Biesboschnetwerk omwonenden en bezoekers uit om dit jubileum mee te komen vieren.